Question tag

De question tag (ook wel aangeplakte vraag of tag genoemd) gebruik je in het Nederlands als je hè, toch of nietwaar gebruikt. De regel is als volgt.
 
1.          Is de hoofdzin bevestigend dan is de tag ontkennend.
             Vb.   He is good, isn't he?
 
             Is de hoofdzin ontkennend dan is de tag bevestigend.
             Vb.   He isn't good, is he?
 
2.          Staat er in de hoofdzin een hulpwerkwoord (vormen van "be, can, must, will" enz)
             dan maak je met datzelfde hulpwerkwoord een tag.
             Vb.   He can help me, can't he?
 
             Staat er geen hulpwerkwoord in de zin dan maak je een tag met een vorm van
             "do".
             Vb.   They watch TV, don't they?
 
Let op: Staat de hoofdzin in de tegenwoordige tijd dan staat de tag ook in de tegenwoordige tijd. Staat de hoofdzin in de verleden tijd dan staat de tag ook in de verleden tijd.
            
             Vb.    The man watches TV, doesn't he?
                     The man watched TV, didn't he?

Heb je bovenstaande uitleg begrepen ga dan naar de oefeningen hieronder. De basisstof oefeningen heb ik zelf gemaakt. De verrijkingsstof oefeningen zijn gemaakt door andere mensen in het buitenland, vooral in Canada.

Basisstof Verrijkingsstof
oefening 1 oefening 1
oefening 2 somehow does not run on an Apple device, i.e. does not approve of negative question tags.  

back to grammar index